Nieuws

Niets is constanter dan verandering

De continue verandering in onze maatschappij vraagt veel van de bedrijven en mensen in de LMI. Hoe zorg je ervoor dat je vitaal, vaardig en wendbaar blijft?
Onze samenleving verandert in sneltreinvaart: de ene na de andere innovatie vliegt ons om de oren. Dit heeft directe gevolgen voor de manier waarop we werken. Denk bijvoorbeeld aan robotisering en digitalisering. Stel je voor dat je al jaren in de levensmiddelenindustrie werkt, maar dat je noodgedwongen een totaal ander takenpak-ket krijgt als gevolg van een nieuwe verpak-kingsrobot. Wat betekent dat voor het bedrijf, maar ook voor de medewerker?

Medewerkers futureproof

Het is niet ondenkbaar dat over acht jaar een groot deel van de medewerkers in de levensmiddelenindustrie een baan heeft die nu nog niet bestaat. Of nu een functie heeft die in de tussentijd ophoudt te bestaan. Personeel dat zich niet blijft ontwikkelen, is moeilijk inzetbaar en kan op ten duur niet meer functioneren in hun huidige of toekomstige baan. Dat is niet alleen een risico voor de medewerker en het bedrijf, maar voor de hele sector. Je hebt de juiste mensen met de juiste vaardigheden op de juiste plaats nodig: alleen dan borg je groei.

Dit is een probleem waar we nu mee aan de slag moeten. We kunnen het ons niet permitteren om hier langer mee te wachten. Door nu te weten welke transities effect hebben op je bedrijf en medewerkers, kun je alvast een brug gaan bouwen voordat er een kloof ontstaat. Door medewerkers nu mee te nemen in de visie voor de toekomst zet je als bedrijf een belangrijke eerste stap. Medewerkers perspectief bieden in die transities is een kans voor de hele sector. Juist in een tijd waarin de oververhitte arbeidsmarkt veel beweging brengt. Doe je dat niet? Dan dienen de problemen zich één voor één aan: een drastisch tekort aan medewerkers, verhoogde uitstroom en als gevolg hiervan productielijnen die (gedeeltelijk) stilstaan of stagnerende groei.

Beter, maar ook anders

De levensmiddelenindustrie staat voor verschillende uitdagingen. De wereldwijde vraag naar voedsel zal tot 2050 naar verwachting met maar liefst 60% stijgen. Hiernaast verandert de consumentbehoefte in toenemende mate.

Met onze huidige manier van produceren kunnen we niet aan deze vraag voorzien. Er zullen transities gemaakt moeten worden. Producten met plantaardige eiwitten, in plaats van dierlijke eiwitten. Producten die vers, onbewerkt en lokaal zijn, met minder zout en suiker. Producten die duurzaam geproduceerd worden, met transparantie in de keten en herbruikbaar verpakkingsmateriaal.

Ruimte voor innovaties

Om aan deze vraag te kunnen voldoen, moeten we vernieuwing aanbrengen in ons productieproces. Verschillende partijen binnen de Nederlandse foodsector spreken zich hierover uit. Brancheorganisaties zoals Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), maar ook de Wageningen University & Research (WUR) wijzen op het belang van de levensmiddelenindustrie om te anticiperen op verandering en innovatie, en hier een toonaangevende internationale positie in te nemen.

De concurrentie in de levensmiddelenindustrie is groot: nationaal, via de supermarkten op prijs, en internationaal, bijvoorbeeld door consolidatie van grote bedrijven. Hierdoor wordt er scherp gekeken naar de efficiency binnen het productieproces. Dit kan voor sommige organisaties een behoorlijke uitdaging zijn.

In de sector is er steeds meer sprake van automatisering, robotisering en digitalisering. Door deze innovaties slim in te zetten, kunnen ze een groot impact hebben op jouw productieproces. Zo helpen de nieuwste technische ontwikkelingen ons om productielijnen aan elkaar te koppelen, waardoor fabrieken vrijwel autonoom het productiewerk kunnen verrichten.

Hierdoor produceer je niet alleen efficiënter, maar ontzorg je ook je medewerkers. Steeds meer repetitieve en fysiek zware taken kunnen overgenomen worden door robots. Het verder automatiseren van productieprocessen biedt ook de kans om sneller te kunnen anticiperen op de veranderende klantvraag.

Juiste mensen op de juiste plek

De levensmiddelenindustrie is een stabiele sector, die al jaren groei kent in het aantal werkzame personen en banen. Volgens het CBS is het aandeel openstaande vacatures binnen onze sector zelfs 18,5% van het totaalaantal vacatures in de Nederlandse industrie.

Door de recordkrapte op de arbeidsmarkt is de zoektocht naar passend personeel een flinke uitdaging. Uit onderzoek van werkgeversvereniging AWVN blijkt zelfs dat 4 op de 5 van alle werkgevers last ervaart van de krappe arbeidsmarkt. Voor bedrijven in onze sector helpt het stoffige imago van de levensmiddelenindustrie hier niet bepaald aan mee.

Een veranderende arbeidsmarkt betekent ook een veranderende wervingsprocedure. Dit betekent dat we zorgvuldig om moeten gaan met de groep die er overblijft. Bedrijven kunnen het zich niet veroorloven om allerlei drempels op te werpen, zoals het stellen van (te) hoge eisen in hun wervingsproces. We moeten het mensen juist makkelijker maken om in de food aan de slag te gaan. We moeten onze drempels verlagen, zichtbaar zijn en hen een ingang bieden met perspectief op begeleiding en opleidingen. Vanzelfsprekend geldt dit ook voor ons huidige personeel: we moeten hen de gelegenheid geven om zich te ontwikkelen en door te kunnen groeien. Zo lossen we bezettingsproblemen intern op en maken we van de levensmiddelenindustrie een aantrekkelijke werkgever.

Wat kan ik nu al doen?

Wil je bijblijven? Zorg er dan voor dat vitaliteit, vaardigheid en wendbaarheid de hoofdrol spelen binnen jouw bedrijf. Organisaties dienen zo ingericht te worden dat ze goed kunnen gedijen in verandering. Door deze drie elementen als goed geoliede tandwielen in te richten, helpen ze jouw bedrijf te groeien in plaats van het te laten stagneren in de toekomst. De kunst van verandering is om het in je voordeel te gebruiken: kansen te signaleren binnen uitdagingen en deze met beide handen aan te grijpen.

De sleutel naar de toekomst

Dit is het uitgelezen moment om aan de slag te gaan met het slimmer vormgeven van onze werkwijze. Hierin is het niet alleen belangrijk om aandacht te besteden aan de verankering van vitaliteit, wendbaarheid en vakmanschap, maar ook het creëren van een goede balans tussen mens en techniek binnen jouw bedrijf. Want: alleen door hierin de juiste balans te vinden, bereik je innovatiesucces. Uit data van de Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor komt namelijk naar voren dat sociale innovatie 59-79% bijdraagt aan het innovatiesucces van Nederlandse bedrijven, terwijl dit voor technologische innovatie 21-41% is. Voor succesvolle innovatie heb je mens én techniek nodig: het een kan niet zonder het ander.

De Food is in transitie. Bedrijven en medewerkers moeten gezamenlijk mee in die verandering, wil de Nederlandse levensmiddelenindustrie haar vooraanstaande concurrentiepositie kunnen bewaren.

De aankomende jaren staat de levensmiddelenindustrie voor veel uitdagingen. Sommige hiervan, zoals het naderende voedseltekort, staan nu nog in de kinderschoenen, maar hebben de potentie om de sector compleet te veranderen. Want wat als het tekort zich sneller ontwikkelt dan gedacht? Dan ontstaat er een probleem: een bedreiging voor de gezondheid van de sector. Om bestaansrecht te hebben in de toekomst, moeten bedrijven mee op de golf van verandering.

Maar waar begin je dan als bedrijf? Transitie kan overweldigend zijn, daarom geeft Food in Transitie 2030 bedrijven binnen de levensmiddelenindustrie de kans om aan te haken. Door nu in beweging te komen en je aan te sluiten, maak jij jouw organisatie futureproof voor de uitdagingen van 2030. Stilstaan is geen optie: zijdelings ingehaald worden door je concurrentie, dat wil niemand.

De artikelreeks ‘Food in Transitie 2030’ gaat in op de ontwikkelingen die de aankomende jaren van belang zijn voor de levensmiddelenindustrie. Wat staat op het op het punt te veranderen binnen de sector? Wat voor impact hebben deze ontwikkelingen op bedrijven? En: hoe gaan werkgevers en -nemers in onze sector om met deze uitdagingen?

*Dit artikel verscheen in EVMI ‘Processing en Verpakken’.

Meer nieuws

Over FIT2030