Nieuws

Hoofd- en hartingrediënten

Mensen zijn zich steeds bewuster van wat ze consumeren. Dat wat ze consumeren is een verlengde van hetgeen wat zij belangrijk vinden: dat wat in lijn ligt met hun normen en waarden. Consumeren is een extensie van wie ze zijn en wat ze belangrijk vinden. Daarom stellen ze zichzelf steeds vaker de ‘lastige’ vragen over herkomst, waarde en productie: transparantie en duidelijkheid helpt hen om de antwoorden te vinden en keuzes te maken. Maar hoe speel je daarop in als organisatie?

Zien is geloven
Als visionair ziet boer en filosoof Jan Huijgen van boerderij de Eemlandhoeve het al voor zich: transparantie als standaard, uitdagingen als ontwikkelmodel én nieuwe sociale structuren om toekomstbestendig te blijven. Toen hij en zijn vrouw Maaike in de jaren 90 startten met biodivers boeren waren ze hun tijd ver vooruit. Maar na jaren pionieren en het ombouwen van hun traditionele bedrijf zijn ze relevanter dan ooit. Zien is geloven: zij laten zien dat het kan en dat er behoefte aan is.

Consumenten laten zich niet meer met een kluitje in het riet sturen, vertelt Jan. “Ze willen weten wat er in hun eten zit, waar het vandaan komt en hoe gezond het écht is. Maar wat ze óók willen weten, is hoe ze dichter betrokken kunnen zijn bij hun voedsel en voedselomgeving. Dat is ook precies waar de uitdaging ligt, de connectie tussen boer en burger herstellen: van grond tot mond.”

Anoniem voedsel
Het voedsel wat we massaal consumeren is vaak anoniem. We beleven weinig emotie bij de producten die we kopen. Naast slimme marketing, verpakkingen en campagnes, die inspelen op gevoel en een persoonlijk karakter: beland het meeste voedsel zonder emotie in ons mandje. Op het erf van zijn biodynamische boerderij ziet Jan een nieuw élan opkomen: de jongere generatie. Zij vormen volgens hem een sterke onderstroom, die eerst willen weten hoe het écht zit en dan pas kopen.

Het is juist die onderstroom van jongeren die op verschillende plekken bovenkomt en een steeds sterkere beweging wordt. Daarbij is transparantie een belangrijke voorwaarde, jongeren nemen niet zomaar iets aan. Die nieuwsgierige basishouding stelt ketens en bedrijven op scherp. Het is juist die onderstroom die Jan helpt om zijn ‘Hoeve’ toekomstbestendig te houden.

Human Capital als kans
Als het ergens niet schuurt met lastige vragen die je krijgt, dan ben je óf heel goed bezig óf gedateerd, aldus Jan. De lastige vragen zijn dan ook een kans, het is waardevolle feedback. Met die feedback kun je als bedrijf je houdbaarheidsdatum verlengen. Jongeren en pioniers hebben het vaak zwaar in de bedrijven waar de houdbaarheidsdatum nadert. De feedback waarmee bedrijven hun waarde kunnen vergroten is een aanval op de gevestigde orde. Daar zie je waar hoofd en hart elkaar raken, dat is precies de plek waar ruimte komt voor nieuwe ideeën.

Ontluik innovatiekracht
Creativiteit is een vorm van veranderkracht in jouw bedrijf. Juist die veranderkracht kan fungeren als smeerolie voor transities, maar hoeveel ruimte is er voor die smeerolie? Geef je medewerkers eens de opdracht om een droom voor jouw bedrijf uit te denken zonder beperkingen als het gaat om bepaalde thema’s of transities. Niet alles zal haalbaar zijn, maar ontluikt wel de innovatiekracht die je nodig hebt.

Snap de context en de waarde
Wees je bewust waar je bedrijf zich bevindt in de context van de maatschappij. Gebruik daarbij niet alleen je eigen perspectief, maar vraag juist perspectief vanuit een andere hoek. Zo krijg je een driedimensionaal beeld van het profiel van je organisatie. Kijk naar je bedrijf vanuit verschillende waarderingen, aandeelhouderswaarde, consumentenwaarde, diversiteitswaarde, lokaliteitswaarde en zo nog veel meer. Juist die jongere generatie die straks een kopende generatie is, kan je helpen met het definiëren van die waardes.

Kansen voor de LMI
Vooruitzien is regeren, gaat ook in dit geval op. De vraag is: kunnen we met elkaar een voedselomgeving creëren, in de breedste zin van het woord, waarin de onderstroom ruimte krijgt? Denk aan een experience ruimte, een campus waarin de domeinen Food, Land en Agricultuur samenkomen. Een plek waarbij we overheidskoppelingen kunnen maken zoals we dat op nationaal niveau al doen, nu ook regionaal. Bijvoorbeeld vanuit het domein gezondheid.

Zo geef je ruimte aan transitie

1. Ga de verbinding aan
Vanuit verbinding komt toegevoegde waarde. Verbind je op plekken waar vernieuwing en innovatie plaatsvindt. Denk aan start-ups en innovatieve hubs maar ook aan plekken waar juist de onderstroom zich bevindt. Dat kan online zijn, of een fysieke plek, ken je hun wereld: kan je anticiperen op de toekomst.

2. Transparantie als basishouding
Wat zit er nou écht in je producten, welke verantwoording neem je daarmee als het gaat om milieu, duurzaamheid, gezondheid etc. En pak je die ook echt?

3. Lokaliteit
Bedrijven binnen de LMI hebben een enorm krachtige invloed als het gaat om impact maken. Door boeren deelgenoot te maken van producten bouw je aan verbinding, transparantie en kortere ketens. Maak boeren zoveel mogelijk deelgenoot van jouw bedrijf.

4. Kijk naar voorlopers
Wat kan je van hen leren? Misschien is de kloof tussen de situatie van jouw bedrijf en de voorloper groot, de eerste stap is de grootste stap.

5. Zoek samenwerkingen op
Samenwerking versterkt, zoek de regionale verbanden, branches en coöperaties op. Ook studenten en jongeren die voorbij het praktische en economische aspect kunnen kijken brengen enorm veel waarde, geef hen een plek.

De artikelreeks ‘Food in Transitie 2030’ gaat in op de ontwikkelingen die de aankomende jaren van belang zijn voor de levensmiddelenindustrie. Wat staat op het punt te veranderen binnen de sector? Wat voor impact hebben deze ontwikkelingen op bedrijven? En: hoe gaan werkgevers en -nemers in onze sector om met deze uitdagingen?

Food in Transitie 2030 is een initiatief van Stichting Ontwikkelingsfonds Levensmiddelenindustrie (SOL). SOL is van én voor de sector. Wij gaan graag in gesprek met bedrijven over het futureproof worden én blijven in tijden van transitie.

Geschreven door: Lianne Schonewille
*Dit artikel verscheen in EVMI 4: Ingrediënten en Procesveiligheid.

*Het programma FIT2030 en alle onderliggende activiteiten worden mede mogelijk gemaakt door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Meer nieuws

Over FIT2030